woensdag 27 mei 2009

vertalenspaansopg8blz33

Werkboek pagina 33 Vertaling opdracht 8

No me gusta hacer los deberes
Ik hou niet van mijn plichten doen.

Mis amigas son gorditas
Mijn vrienden zijn dik.

A Maria no le gusta ordenar la habitacion.
Maria houd er niet van om achter de computer te zitten

Cristina es colombiana
Cristina is een Colombiaanse

Daniel y Jose juegan al baloncesto
Daniel en Jose spelen basketbal

A mi me gusta mucho la música
Ik hou heel erg van muziek.

Nosotros tenemos una profesora de espanol muy buena
Wij hebben een docente die erg goed Spaans kan.

Jordi hace judo
Jordi doet aan judo

Vosotros navegáis por Internet
Jullie surfen op internet

seccion3=huis

Opdracht 1
Bij deze oefening ga je je woordenschat ten aanzien van het huis herhalen en uitbreiden.

Ga naar de volgende website

http://www.aurora.patrick-nieto.fr/
a)
-Klik linksboven op menu
-Kies voor “sección 3” en dan “mi casa”
-Klik op ‘entrar’, klik op de verschillende kamers om de Spaanse woorden hiervoor te leren. Schrijf ze allemaal op (in word of op papier)
-Als je klaar bent druk je rechtsonder op de pijl à
La terraza
La cocina
El salon
El dormit orio
El aseo
El comedor
La entrada
El cuarto de baño
El estudio
El dormit orio


b)
-Je krijgt de vraag: Qué habitación es? Welke kamer is dit?
Klik op de kamer die onderin gegeven staat.
Voor elk goed antwoord krijg je een punt, zie rechtsboven, voor elke fout gaat er een af. Doe alle oefeningen en schrijf de Nederlandse vertaling achter de Spaanse woorden.
El dormitorio= de slaapkamer
El estudio= de studeerkamer
La cocina= de keuken
El comedor= de eetkamer
El salon= de woonkamer
La terazza = Het terras
El cuarto de baño= de badkamer
La entrada= de hal
El aseo= de badkamer(soort van)





c)
Bij de volgende oefening moet je intypen over welke kamer het gaat, bijv. al lado del estudio= naast de studeerkamer. Welke kamer is dat? Typ in: el aseo = het toilet
Let op de eventuele accenten! Ñ, ó, etc Beantwoord alle vragen
Al lado del estudio- el aseo
Entre los dos dormitorios- el cuarto de baño
Delante del salón- la terraza
A la derecha del salón- el dormitorio
Detrás del comedor- la entrada
A la izquierda del salón –la cocina

d)
Bovenaan wordt een kamer genoemd en jij moet in de lijst met spullen aanklikken welke zich normaal gesproken in die kamer bevinden. Onderaan zie je het totaal aantal dingen dat je moet vinden en het aantal dat jij er goed hebt.
Schrijf per kamer de spullen op uit de lijst die je daar kunt vinden.
Una terraza- una regadera, una silla, una mesa
En el aseo o en el cuarto de baño- Una bañera, un cepillo de dientes, un peine, un lavabo, papel higiénico, Un lápiz de labios, un secador
En un salon- Una silla, una caja fuerte, una esantería, un sillón, una mecedora, un reloj de pared, un sofá, una mesa, un televisor, un teléfono
En un dormitorio- Un armario, Un escritorio, Una percha, una papelera, una estantería, un sillón, una mecedora, una cama, una mesilla de noche, un televisor
Cocina- un armario, un plato, un cubo de basura, una escoba, un chucillo, un fergadero, un tenedor, una tostadora, un lavavajillas, una nevera
Estudio- un escritorio, una silla, un archivador, una caja fuerte, una papelera, una estantería, un sillón, una impresora, un sacapuntas



e)
Maak de laatste oefening:
Zet het juiste lidwoord voor de woorden. De meeste woorden die op o eindigen zijn mannelijk (=el) en op a zijn vrouwelijk (=la). Bij samengestelde woorden (die bestaan uit 2 woorden met de ertussen, zoals cubo de basura, kijk je naar het eerste woord om te weten of het mannelijk of vrouwelijk is.
Schrijf de woorden allemaal op met het juiste lidwoord.
La regadera, el Plato, La bañera, la escoba, el cubo de basura, el cepillo de dientes, el peine, el escritorio, la silla, la percha, el archivador, la caja fuerte, la papelera, el cuchillo, la estantería, el fregadero, la sillon, la mecedora, el tenedor, la tostadora, la lavavajillas, la impresora, la cama, la nevera, el lápiz de labios, el secador, la sofá, la mesilla de noche, el tele, la sacapuntas


Mail je antwoorden naar k.vanherwaarde@klg.nl of lever ze in op papier.

undianormal

Un dia normal

A las siete me despierto y despues, me desayuno y me ducho.
Despues vistiro y despues hablar pour teléfono la Emma.
Y despues me veo a colegio.
Trabajo hasta las cuatro voy a casa.
A las cinco me veo estudiar
A las seis me veo cenar.
A las seis y media me veo ordeno
A las siete me veo telévision las ocho me bebero (thee?)
Las ocho y media me veo chateo . A las nueve y media me veo cepillaro y acuesto

undianormalmimundo

Schapen en kippen: ovejas y gallinas
Brood= pan
Koekjes= galletas

GEBRUIK JE KOPTELEFOONTJES BIJ DEZE OEFENINGEN

Ga naar de volgende website:

http://cvc.cervantes.es/ensenanza/mimundo/default.htm

Klik op de wereldbol.

Klik op het plaatje met de koe. (Midden onderaan)

Opdracht 1

Klik op “el mundo de Carlos”. Klik op “la vida del granjero”. Het leven van een boer.
Je gaat horen en lezen hoe een normale dag op een boerderij er uit ziet.

a) Schrijf op welke dingen Carlos op de boerderij doet.
Onderaan staan de zinnen in het Spaans. Neem deze zinnen over en vertaal ze naar het Nederlands.

Me levanto a las siete = Om 7 uur staat hij op.
Desayuno lecho con galletas = 1 glas melk met scheepsbeschuiten.
Doy de comer a los conejos = ik ga daarna de konijnen voeren.
Voy al colegio con mi madre = mijn moeder brengt me daarna naar school.
Vuelvo a casa = dan ben ik uit
Meriendo un bocadillo = daarna ga ik wat drinken
Hago los deberes = dan maak ik mijn huiswerk.
Juego con mi perro = daarna ga ik mijn hond uitlaten
Me acuestro a las nueve y media = om half 9 ga ik slapen.

Als je klaar bent klik je op de pijl naar rechts om verder te gaan.

Opdracht 2

Bij deze opdracht maak je gebruik van de plaatjes.

a) Vul het verhaaltje verder in aan de hand van de plaatjes.

Hola, me llamo Adil y vivo en una granja con mis padres. Todos las días me levanto a las a las siete. Desayuno leche, con gattetas con aceite de oliva y muchas pan. Después me voy al cole con mi hermana. Salgo a las dos. Cuando llego a casa, doy de comer a los animales: a las bobos y a las gallinas. Luego hago los deberes, juego un poco y me acuesto a las nueve y media.

b) Vertaal het verhaaltje naar het Nederlands.

Hallo ik heet Adil en ik woon in een boerderij samen met mijn ouders. Alle dagen sta ik op om 7 uur. 1 glas melk met scheepsbeschuit met olijfolie op olijven en heel veel brood. Straks ga ik naar school met mijn zus. We zijn uit om 2 uur. Wanneer we uit school zijn gaan we naar huis, Daarna geef ik eten aan de dieren: aan onze schapen en aan onze kippen. Hierna maak ik mijn huiswerk, een beetje spelen en ik ga slapen om half 9.

Als je klaar bent klik je op de pijl naar rechts om verder te gaan.

Opdracht 3

a)Lees de verhaaltjes, schrijf ze over en vertaal ze naar het Nederlands

Yo me levanto a las 6, bueno me levanta Triski, mi perro. Desayuno huevos fritos,
Ik sta op om 6 uur, mijn brave opspringende Triski, mijn hond. Ontbijten ei gebakken.
leche,queso y pan con mantequilla y marmalade. Mi padre me lleva al cole en coche.
Melk, kaas en brood met boter en marmalade. Mijn vader brengt mij met de auto naar school.
Entro a las 9 y salgo a las 12. Como en casa y vuelvo al colegio a las 2. Cuando llego
Tussen 9 uur en ongeveer 12 uur. Ga ik weg van huis en ga naar school tot 2 uur.
Daarna weer
a casa meriendo y juego un rato y, después, hago los deberes con mi madre. Ceno a
naar huis lopen en spelen met een rat en later, doe ik mijn plichten met mijn moeder. Eten om
las 7 y me acuesto a las 9.
7 uur en ik ga slapen om 9 uur.

Pues yo me levanto a las 7. Desayuno sopa de arroz, lechede soja y pan. Voy al
Omdat ik om 7 uur op sta. Ontbijt groentesoep met rijst, biologische soja en brood. We gaan
colegio en el autobús del cole. Entro a las 8 y salgo a las 4. Como en el cole. Cuando
Naar school met de bus. Tussen 8 en ongeveer 4 uur. Direct uit school. Toen
llego a casa meriendo y hago los deberes. Los lunes y los miércoles tengo clase de
ik naar huis loop en doe ik mijn plichten. Op maandag en op Donderdag heb ik
violín a las 7. Ceno con mi hermana y me acuestro a las 10.
Viool les om 7 uur. Avondeten met mijn zus en ik ga slapen om 10 uur.

b)De wekker en de andere plaatjes die je ziet moet je slepen naar de juiste persoon.

Meisje = Brood, Wekker, viool, school bus, soja, rijst, brood, Jongen = Wekker, Gebakken eieren, Jam, kaas, melk, hond, margarine, a